Je borduurwerk afwerken aan de achterkant: 2 manieren

Als je borduurwerkje af is, is het meestal mooi om ook nog even de achterkant af te werken. Je kunt dit heel uitgebreid doen of juist heel simpel; net hoe jij het mooi vindt. In dit artikel deel ik twee eenvoudige manieren voor het afwerken van de achterkant van je borduurwerk.

Manier 1 (vrij borduren)

Deze eerste manier gebruik ik zelf voornamelijk bij het vrij borduren, omdat de stof zich daar goed voor leent. Je begint, als je borduurwerk af is, eerst met rondom de stof af te knippen en een rand over te laten. Deze rand kan zo groot zijn dat er straks bijna geen ruimte over is of juist zo klein dat je alleen een randje ziet. Ik laat dit zelf doorgaans afhangen van de hoeveelheid stof die ik rondom over heb, dat was in dt geval niet zoveel.

Nu neem je een ruime draad (splijt ‘m in 2), ik neem altijd grofweg 2 keer de grootte van de ring. Deze haal je door de stof heen zodat ‘ie aan de voorkant van je borduurwerk uitkomt. Werk je met restdraadjes en kom je tekort? Bij deze techniek kun je prima twee draadjes aan elkaar knopen.

Nu ga je met simpele rijgsteken, dicht bij de buitenste rand, de stof langs. Maak je steken niet te groot maar zeker ook niet te klein zodat je de stof straks mooi samen kunt rijgen.

Als je rondom bent met je steken, trek je de draad strak, hiermee trek je de stof mooi naar binnen. Maak een strakke knoop in de uiteinden en voilà. Je kunt er voor kiezen om nu te stoppen met afwerken maar ik vind het zelf altijd mooi om nog iets toe te voegen.

Knip een lapje vilt ter grootte van de borduurring. Dit extra achterkantje zorgt ervoor dat je stof niet doorschijnt, en geeft een leuk effect. let wel op; kies geen kleur vilt die de kleur van je borduurwerk teveel beïnvloed in het licht of die doorschijnt.

Dit lapje stop ik simpelweg in het afgewerkte borduurwerkje. Eventueel kun je ‘m nog vast zetten met een drupje lijm maar op deze manier blijft ‘ie ook mooi op zijn plek. Wil je er helemaal voor gaan en vind je de achterkant afwerken heel leuk? Je kan het lapje vilt ook nog bovenop de geregen rand vastmaken met een simpele steek zodat je alleen dat aan de achterkant ziet.

Manier 2 (kruissteek)

Deze manier gebruik ik vooral bij kruissteken afwerken, omdat de stof met gaatjes zich daar goed voor leent. De rijg methode is hier ook zeker mogelijk maar dit is ook een fijne en makkelijke manier. Je begint weer met het rondom knippen, zorg er hier voor dat de rand niet te groot is maar net iets over de rand van je borduurring heen valt.

Knip nu wederom een stukje vilt uit ter grootte van de ring en leg die in de ring. Je kunt ook een lapje stof gebruiken die je meespant in de ring en langs de rand afknipt; ook bij deze manier geldt; maak het zo simpel of uitgebreid als jij leuk vindt.

Vervolgens knip je je borduurstuf in kleine strookjes in, helemaal tot de rand van je borduurring.

Deze strookjes plak je met goede lijm naar binnen toe vast. Ze houden het lapje vilt zo netjes op hun plek. Klaar!

Ik hou zelf van simpel afwerken want het borduren vind ik stukken leuker om te doen. Met deze twee eenvoudige manieren heb ik toch een nette achterkant, zonder dat het me al te veel tijd kost. Het leuke aan borduren is dat je er alle kanten mee op kunt. Zo laten sommige mensen juist bewust de achterkant vrij om zo de “hoop butt’ te laten zien en make anderen weer hele kunstwerkjes van het afwerken: allemaal leuk!